Alice - verhaal door Els Visser
Met dit verhaal behaalde Els Visser een plekje in de top 3 van de Halloween schrijfwedstrijd! Op welke plek ze precies is geëindigd, dat maken we op Halloween bekend…
De jury over Alice: Dit verhaal is intrigerend, het prikkelt om door te lezen. Er is iets niet helemaal pluis, maar is dat letterlijk of figuurlijk? Elk jurylid interpreteerde het verhaal anders, maar allemaal waren ze het erover eens dat deze getalenteerde schrijver een plek in de top 3 verdient!
Alice
Halloween. De gang was nauw. De wand was zacht, warm, strakgespannen. Ze voelde een plooi waar de gang de hoek omliep naar een andere ruimte.Het witte konijn kwam uit een zijgang haar tegemoet. “Schatje, waar heb je zin in?” Ze had nergens zin in. Ze liep door en het konijn liep vlak achter haar en ze voelde af en toe zijn been tegen het hare. Het werd lichter, ze naderde een uitgang.
“Popje, wat wil je hebben?“ Opeens dacht ze aan de wandbedekking, voor haar slaapkamer. Zo zacht en warm en strak gespannen.
Een week lang dacht ze niet aan het witte konijn. Tot op een ochtend, toen ze naar het knopje van de wekker reikte, ze met haar hand langs de muur gleed. Ze deed het licht aan. De wand was bespannen met huid. Van dichtbij zag ze de ruitvormige celstructuren die zich aaneenregen. Ze liepen allen toe naar een lap die tegen de muur opstond, er als het ware uitkwam. Het was een oor en draaide zich naar haar toe. Ze keek in een zwart gat en had even het gevoel of duizend ogen haar gadesloegen. Toen ze terugdeinsde en naar de deur liep veranderde nauwelijks merkbaar maar toch het oor van positie.
In de keuken stond haar vader met in zijn handen de spaghettikoker. Hij keek glimlachend op toen ze binnenkwam. “Je hersens kraken te hard voor zo’n klein hoofdje” zei hij. Hij schoof haar een placemat toe en ze gingen op hun plaatsen tegenover elkaar aan de keukentafel zitten. Hij draaide zich om om een kop koffie van het aanrecht te pakken en haar ogen kleefden aan zijn hoofd. Wat was er anders dan gisteren?
Hij zuchtte terwijl hij de tomatenpuree openmaakte. Hij begon te vertellen over zijn nieuwe collega, de andere opdrachten, de kleine ergernissen. “Wat ben je stil” zei hij opeens. “Alsof je je laatste oortje hebt versnoept” grapte hij. Zonder glimlach. Ze mocht hem niet teveel vermoeien. Ze liep naar de voordeur, de sleutel had ze al een tijdje in haar hand.
“Moet je niet eens naar je kamer om huiswerk te maken?”
Ze sloot de deur snel achter zich. Al bijna bij de weg keek ze omhoog.
Pas om 21.00 uur opende ze de deur van haar slaapkamer. Er was niets te zien. Het behang gloeide zacht roze in het avondlicht. De scheuren rond het stopcontact waren weg. En de lichte bries door het openstaande raam leek het behang te doen huiveren. Een zachte adem, als een langgerekte zucht. Toen ze naar haar bed liep ging er een lichte golf door het behang die stopte toen ze op het bed ging zitten. Het oor had zich verstopt achter haar ochtendjas die als een bobbel op een haakje hing. Het richtte zich op. Ze zag de bekende haren die uit de holte naar buiten glipten. Waar ze vroeger alleen met toestemming van haar vader aan mocht trekken. Ze ging achter haar tafel zitten om huiswerk te maken.