De droom van elke debutant - Josha Zwaan
Ik hoor het mijn uitgever nog zeggen: “Als we er 8000 verkopen heb je het ontzettend goed gedaan.’ We spraken met elkaar over het verschijnen van mijn debuut: Parnassia, een roman over de strijd om de Joodse onderduikkinderen na 1945.
Eind oktober 2010 lag het in de boekhandels. De publiciteit rondom het boek was gering. Ik was een onbekende debutante, niet interessant voor interviews of recensies in de grote bladen. Wel hingen er door heel Amsterdam posters van de cover op de reclamezuilen. Met mijn dochter van 16 trok ik door Amsterdam om er zo veel mogelijk te spotten en te fotograferen. Trots!
Publiciteit is belangrijk maar uiteindelijk hebben de lezers de macht. Wie Parnassia las was onder de indruk en tipte zijn of haar omgeving. Parnassia werd bij verjaardagen het favoriete cadeau. In januari volgde er een tweede druk. Na de vijfde druk in mei besloot mijn uitgever een midprice uitgave te maken. Die zomer stond het maanden lang in de CPNB top 60. In 2011 werd het boek vertaald in het Duits. Steeds vaker trof ik in mijn mailbox of gewoon bij de post brieven van mensen die mij bedankten voor het boek en hun verhaal vertelden. Na een jaar begonnen er aanvragen voor lezingen te komen. Eerst af en toe, in de loop van de jaren tientallen. Het succes van Parnassia gaf mij de moed om volledig voor het schrijven te kiezen. Er volgden nog twee romans en een non-fictie boek. Ook die romans kennen een aantal herdrukken, maar inmiddels weet ik dat ik “De schrijfster van Parnassia” ben. Soms is dat jammer, mijn andere werk verdient en krijgt ook veel aandacht, maar inmiddels zie ik mijn debuut als de bodem onder mijn schrijverschap.